1


BENZ!





Hij voelde zich niet op zijn gemak. Hij had al een injectiespuit opzij moeten schuiven voor hij plaats kon nemen en de man waar hij tegenover zat keek hem voortdurend aan.

Onrustig schoof hij heen en weer over de harde bank terwijl zijn overbuurman een meegewassen Ben-Bits uit z'n spijkerbroek opdiepte en er op begon te kauwen. Een kind met een enorme snottebel duwde de neus tegen zijn knie en liet een slakkespoor achter op zijn nieuwe broek. Met een schuivende beweging van zijn been veegde hij het kind naar de andere kant van het gangpad, waar het bij de heer De Bruin tot stilstand kwam. Deze keek hem boos aan en zei: "Ach, laat zo'n lief kind toch". De Bruin haalde z'n zakdoek te voorschijn en maakte het gezicht van het kindje schoon. De moeder nam het knaapje mee en terwijl ze wegliepen aaide De Bruin nog even over het kinderkopje.

Toen hem die ochtend werd verteld dat hij mee moest naar een kontraktbespreking had hij nog zo gezegd: "laten we dan mijn auto nemen" , maar de heer De Bruin stond er op dat ze met het openbaar vervoer gingen, dat was beter voor het milieu. En op de bank waar hij werkte -een kleine bank, gevestigd in een grachtenpand nabij het Frederiksplein- was De Bruins wil wet. Zelf was hij er al jaren administratief medewerker, zonder uitzicht op promotie of opslag.