It was good what we did yesterday
and I'd do it once again
The fact that you are married
only proves that your're my best friend
but it's truly, truly a sinLou Reed, Pale blue eyes
Eind december, een vrijdagavond. De trein was stipt op tijd vertrokken en in de eerste klas coupé overdacht ik de situatie. Zij is getrouwd en zonder meer aantrekkelijk. Zij betaalt alles: de reis, het hotel, de restaurants. Zij verdient een kapitaal met iets wat met kunstmatige intelligentie te maken heeft. Manlief werkt op een booreiland en is een jaar of vijftien ouder; haar eerste grote liefde. Ze kwamen elkaar tegen tijdens een seminar, vijf jaar geleden. Na een paar maanden trok ze bij hem in en vorig jaar zijn ze getrouwd.
Anneke deed iets overbodigs met haar kapsel en keek me glimlachend aan. Ik lachte terug en deed vervolgens weer of ik las. Op het Centraal Station had ik alle dubbeldikke kerstnummers van de weekbladen gekocht, een mooi afweerschild tegen een knagend onbehagen. Ik had geprofiteerd van het feit dat Anneke nog een paar make-up spulletjes ging kopen en had mijn lectuur zelf betaald. Een kleine overwinning waar mijn ego hard aan toe was. Ik was nu al half uur bezig met hetzelfde artikel, iets wat Anneke niet had gemerkt. Ik kon haar blik voelen. Ze wilde dolgraag praten, dat was duidelijk.
Het artikel had net zo goed in het Chinees kunnen zijn. De letters zeiden me niets.
Er zweefde iets wits voor mijn ogen en het duurde eeuwen voordat het tot me doordrong dat Anneke wilde dat ik haar een vuurtje gaf. Met de aansteker die ze me gegeven had. "Is het interessant?" "Wat?" vroeg ik niet begrijpend. Ik herstelde me. "Gaat wel", loog ik. "Niet zo best geschreven." "Waar gaat het over?" Mijn ogen gleden nietsziend over de pagina. Verzin iets, improviseer. "De PvdA", zei ik. Heel goed, politiek interesseert haar niet. Stilte, rust, verder gaan met nadenken.
Eik en Linde, een dinsdagavond in oktober. Biljart, drank, een gesprek over niets en toen Anneke met een vriendin.
Ze wilden meedoen. Waarom niet. Zo was het begonnen en ze kuste me toen ze bier had gehaald. Zo maar, als pesterijtje en de hormonen haalden hun gebruikelijke vuile trucjes uit. Ik had geen moment geaarzeld toen ze vroeg om nog ergens wat te gaan drinken toen Eik en Linde dichtging. Een etage aan de Groenburgwal, een bed en de gewone dingen. Een grote spiegel aan het hoofdeinde, dat was een tikkeltje pervers misschien, maar weer eens wat anders. Getrouwd. Nee, ik niet, die ring is van mijn opa geweest. Een kleurenfoto van manlief in de woonkamer op de televisie. Gebruind, een buitenmens, ingenieur.
Zo was het begonnen. Gewoon een avontuurtje, net zo banaal als de ballade voor de vriendinnen voor één nacht. Twee dagen later belde ze op. Ze had twee kaartjes voor een New Age optreden. Nirvana heette de groep en als ik zin had kon ik eerst bij haar komen eten. Ik ging akkoord en bedacht vervolgens pas dat ik haar mijn telefoonnummer niet gegeven had. Ze moet mijn agenda uit mijn binnenzak hebben gehaald.
"Wil je koffie?" Ik schrok op en concludeerde dat de derde persoon in onze coupé van Wagon-Lits moest zijn. "Nou nee, doe maar een biertje. "Ze hebben ook wijn", zei Anneke.
"Rood en wit", zei de jongen van Wagon-Lits. "We kunnen een flesje delen", zei Anneke. "Wat heb jij liever?" "Wat jij neemt, maakt me niet uit." Wil je koffie, dat vroeg ze ook toen ik die avond bij haar ging eten. Tournedo'tjes, Parijse aardappeltjes, een salade. Rode wijn, een goeie. Nirvana was géén New Age. Ze speelden hard, gemeen, en niet bepaald zuiver. Ik had me in het gedrang voor het podium gestort en kreeg een paar pilsjes over me heen. Paradiso publiek en een Paradiso pogo. "Je bent helemaal nat," had Anneke gezegd. Het huis, het bed, de gewone dingen. De wijn smaakte me niet. Rode met een ijzerachtig bijsmaakje. Lauw. "Op Gent", zei Anneke en hief haar glas.
Het was zoiets als een relatie geworden. We zagen elkaar twee keer per week en het duurde even voor het tot me doordrong dat ze alles betaalde zodra ik haar even de kans gaf. Vijfentwintig, een paar mille schoon per maand. Bioscoop, theater, en de bon in het café op haar naam. Ze was bezig me te kopen. Een gigolo, een man waar je voor betaalt om mee te dansen, volgens het woordenboek. Dat ik met andere vrouwen naar bed ging, deerde haar niet. Zij was niet verliefd, ik was het niet, maar wel het huis, het bed en de dingen waar het woordenboek meestal over zwijgt. "Op Gent", zei ik. Sla die bladzijde om, hou de schijn op.
Overspel. De dans van de hormonen tot de muziek stopt. Op een zaterdagochtend had haar man opgebeld vanaf zijn booreiland ergens in de Noordzee. Anneke riep vanonder de douche dat ik moest opnemen. "Kom nou, straks is het je man", riep ik terug. Ze had een handdoek omgeslagen en de telefoon opgenomen. Ja, natuurlijk miste ze hem ontzettend en ze verheugde zich er nu al op dat hij met kerstmis thuis zou zijn. Ze knipoogde en liet de handdoek van zich afglijden. Het tapijt was zacht en de ogen van haar man op de kleurenfoto bleven lachen.
Anneke trok een vies gezicht. "Bah", zei ze. "Er zit alcohol in", zei ik. "Heb je dat artikel nou eindelijk eens uit? Je bent zo stil." "Bijna" zei ik.
Haar vriendin die er in Eik en Linde bij was. We waren haar vorige week op de markt tegengekomen. Ze nam van me top en teen op, alsof ik een stuk vlees in de vitrine bij de slager was. Ze had geglimlacht en gezegd: "Nou, bij mij is jullie geheimpje veilig, hoor." Anneke was 's avonds dronken geworden. Ze vertrouwde haar wel, maar Amsterdam is klein; overal ogen, oren, tongen. En weer: de dans van de hormonen, de essentie van overspel. Toen ik de volgende ochtend wakker werd lag ze half bovenop me. Er was iets in haar ogen. Ze lachte onzeker en kuste me.
Ik had me moeten haasten. Het was zo'n dag waar je op elke hoek een bekende tegen het lijf loopt. En de meesten wisten van de reis naar Gent. IJdelheid, macho-gedrag.
Getrouwd, hartstikke mooi, een etage in de grachtengordel en ze betaalt alles voor je, jongen, echt te gek. Ha Ha Ha. Nog een pilsje? Nee, haar adres krijg je niet, zeg, ik kijk wel uit. Scheerapparaat, kleren, paspoort, tandenborstel. Even paniek toen ik mijn sleutels nergens kon vinden.
Gent. Het was haar idee. Ze was er nooit geweest, maar België leek haar wel wat na mijn verhalen over Antwerpen. Een paar dagen, vlak voordat manlief weer op de stoep zou staan.
Was ik wel eens in Gent geweest? Nee. Des te meer reden om er eens heen te gaan. Er was een kasteel, daar hield ze van, en ik kon haar de goede biersoorten leren drinken. Doen? Doen.
Bus, tram, op een drafje naar de Groenburgwal. Een cognacje.
Taxi, station.
Ergens was het mis gegaan. Nee, geen liefde. Gewoon praten, drinken, en het bed. Geilheid, heel gewoon en gezond.
Menselijk. Je kon moeilijk verwachten dat ze nooit eens die aandrang zou hebben als manlief op zijn eiland zat. Neem ons nou, had ze gezegd. We kunnen goed met elkaar opschieten en dus waarom zouden we dan niet. Man, vrouw, de gewone dingen.
Geen liefde. Nee, nooit eerder gedaan. Je hoort ervan, je leest er over, anderen doen het. Overspel. Geen liefde, elkaar vrij laten, geen claims, een niet-aanvalsgedrag. Met een andere vrouw naar bed gegaan? Geen probleem, moet kunnen, ik bedoel, hoe kun je nu ontrouw zijn in zoiets als dit. Toen was er nog niets in haar ogen geweest.
Anneke had gewild dat ik de nacht voor vertrek bij haar bleef slapen. Gewoon je spullen meenemen, dan gaan we eerst nog ergens wat eten. En overdag kon ik haar helpen met pakken, want ze vergat altijd de helft als ze op reis ging. Ik was er niet op in gegaan. Ik was moe, zei ik, en als ik bij haar zou blijven slapen, zou dáár nu net weinig van terechtkomen. Na vier pilsjes had ik het zeker geweten. Niet naar Gent en als ik nog wat meer dronk zou ik vast wel een plausibele verklaring bedacht hebben. Een paar pilsjes verder vond ik dat ik zo'n buitenkansje niet moest laten lopen. Een hotel met een heleboel sterren en alles. En zo was het de hele avond gegaan.
Bekijk het maar, ik doe het niet, ze is verliefd op me en dat geeft alleen maar ellende; getrouwd, straks wil ze scheiden en dan ben ik verkocht, nee gekocht. Hotel, wijn, gratis, hormonen. Ik kan het niet maken om me er onder uit te lullen; dat is laf en niet zo'n beetje ook.
"Waar zitten we ergens?" vroeg ik. "Geen idee." Haar ogen, het was onmiskenbaar. Als de tl-balk in de coupé het zou begeven, zou ik bij het licht van haar ogen nog kunnen lezen; glanzend, blauw, een beetje vochtig. Het was een absurde gedachte en even leken de letters van het artikel dat ik nietsziend probeerde te lezen op het vertrouwde alfabet.
Letters, lezen. Op haar hurken had ze de ruggen van de platenhoezen bekeken toen ze een keer bij mij langs kwam.
Klein hier, vond ze, en wie is die man boven je bed? Wat heb jij een rare muzieksmaak. Die Nick Cave lijkt me een nare vent, een uitsmijter van een louche nachtclub. De man aan de muur had zich niets aangetrokken van de taferelen in het bed onder hem. Van The Doors had Anneke nog nooit gehoord. Jazz, ja dat ze vond ze mooi. Of klassiek, maar dan niet te zwaar.
"Waar denk je aan?" Sukkel, je zat voor je uit te staren. Het weekblad op mijn schoot; daar kon ik me niet meer achter verschuilen. Een verwachtingsvolle blik. Tijd voor een Goed Gesprek. "Nergens aan," zei ik. "Waar denk jij aan?" Probeer het initiatief over te nemen. Een onderwerp, een onderwerp, waar moeten we het in godsnaam over hebben.
"Nergens aan, ik zat naar je te kijken." "En, beviel het?" "Ja, vind je het erg als ik er mee doorga?" Een uitweg! Pak een ander blad. Doe het nù. "Neuh, ik wil nog een paar dingetjes lezen." Met Sinterklaas hadden we elkaar hetzelfde boek gegeven: Your lover just called van John Updike. Stom toeval en gelukkig waren we ook allebei zo slim geweest om eventuele opdrachten voorin achterwege te laten. Stel je voor dat manlief het nieuwsgierig uit de kast zou trekken en dan zou lezen: Voor Anneke, voor de koude dranken en de warme nachten. En dan mijn naam.
Ook dit blad weigerde hardnekkig zijn inhoud prijs te geven. Beelden, beelden, beelden. En de bijbehorende geluiden. Het piepen van de remmen van de auto die door rood was gereden en ons bijna had geschept. Anneke was woest geworden en had de bestuurder verrot gescholden. Het was verbazingwekkend en een tikkeltje beangstigend. Met gebalde vuisten stond ze bij het portier en het had er alle schijn dat ze de man achter zijn stuur vandaan zou gaan trekken om hem op zijn gezicht te slaan. Een ongeluk toen ze klein was. Aangereden en haar arm gebroken. Dat manlief recht had op een auto van de zaak vond ze maar niets.
"Goedenavond, uw plaatsbewijzen alstublieft." "Die heeft zij", zei ik, naar Anneke wijzend. Een lach op het gezicht van de conducteur. Begrijpend, wetend. Vernedering.
Verkocht. Alstublieft, mevrouwtje, één man om mee te spelen.
Rookt, drinkt, verder geen drugs. De prijs? Die geef ik wèg;, mevrouwtje. Inpakken is zeker niet nodig, hè? "Roosendaal", zei Anneke. "Wat?" "We zijn in Roosendaal." "Oh." Nog een uur vrijheid. Dan: een drankje in de stad, hotel, het bed.
Ogen, glanzend.
Vrijheid. Heel langzaam had ze de buit binnengehaald. Als een karper, niet trekken aan de lijn, dan ben je hem kwijt.
Geduld, de tijd nemen. Daarna: het leefnet. De buitenwereld blijft zichtbaar, maar je kunt er niet heen. Aan alles is gedacht: eten, drinken, het strelen van het ego. Blijf voeren en de mazen worden te klein voor een ontsnapping. De blik raakt vertroebeld, het net een onderdeel van het gewone.
Gevangen zonder nog te beseffen gevangen te zijn. Schijnbaar elkaars gelijken. Onafhankelijk. Het had gewerkt, maar haar ogen hebben de mijne geopend. Het net is nu niet meer te ontkennen. Overspel is liefde geworden. De muziek is gestopt, de dans afgelopen. Haar begin zal het einde zijn.
(c) Hans Werksman
Terug naar de index van teksten