SOLITAIRE





Dat spel? Begin d'r niet over, zeg. Dat spel is mij een gruwel.
Nooit win ik eens, nooit.
't Ziet er zo simpel uit; in een bord staan tweeëndertig pinnetjes kruisvormig gerangschikt, en wel zodanig dat precies in het midden een lege plaats overblijft. De bedoeling is om daar, na listig damsgewijs haasje-over te hebben gespeeld, met één pinnetje - het laatste - te triomferen.
Vele malen is het mij voorgedaan door lieden met ongetwijfeld meer verstand dan ik, en op zulke momenten leek de oplossing mij ook volkomen logisch, maar niet zodra wilde ik later in alle eenzaamheid mijn nieuw verworven kennis nog eens toetsen, of alle logica bleek verdwenen.
Verbeten blijf ik het proberen, tot ik, omdat er bij herhaaldelijke pogingen steeds meer pinnetjes overblijven, het spel weer in z'n donkere hoek terugzet. Daar blijft het zolang tot ik genoeg hoogmoed verzameld heb om het weer 'ns te proberen.

Nee, dat was beslist een gouden greep destijds, toen mijn opa mij dat spel kado deed. Hoe oud was ik nou helemaal, vier, vijf jaar, en dat zelfs mijn opa, die verder toch alles kon, er zelf ook niet veel van bakte, moet mij in hoge mate geïntrigeerd hebben.
Dat ronde, rood met geel plastiken doosje, waarvan, eenmaal opengeklapt, de ene helft dienst deed als speelbord en in de andere de pinnetjes bewaard konden worden tijdens het spel, opdat ze niet weg zouden raken.
Ik heb alle pinnetjes nog.

(c) tekst: Karin Houkes

Terug naar de index van teksten

 


Ongewijzigd sinds 1 oktober 1996
© Marten Hoekstra
Onderdeel van
http://www.xs4all.nl/~marten