NACHT IN DE LEIDSESTRAAT

Some people like to go out dancing

Lou Reed, Sweet Jane





Wie is er zo gek om de nacht door te brengen in de Leidse straat? Nou, ik dus. Het begon allemaal met een telefoontje van Harm. Of ik al wist dat ... en dat het zo en zo veel zou gaan kosten als we ... ja natuurlijk wilde ik een kaartje.

Daarna sloeg de twijfel toe. Het was 1 april en het kwaliteitsdagblad maakte die dag ook melding van een reünie-concert van de Beatles. Maar toch.

In de dagen die volgden, hing ik om de haverklap aan de telefoon. Bij Paradiso wisten ze nog van niks, maar daar werken tijdens kantooruren alleen uitzendkrachten dan wel enthousiaste gebruikers van geestverruimende middelen. De nichten van de Nieuwe Muziekhandel glimlachten geduldig en wierpen mij blikken toe waar ik als hetero niks mee kan.

Organisator Mojo was in gesprek en bleef dat ook. De irritatie groeide, en de twijfel.

Harm bezwoer me dat het geen grap was. Het had ook in de Oor gestaan, zei hij, maar hij kon het niet zo snel opzoeken.

En ik geloofde hem toch wel? Nou. Ja, nee, dat was anders, geintje, dat doe jij toch ook. En daar had hij dan weer gelijk in. Harm loog niet, althans niet over zoiets. Wouter geloofde het nog steeds niet. Een boodschap op je antwoordapparaat vinden op 1 april met als enige referentie Harm, dat kon niet.

Welles, zei ik. Begin maar vast met sparen. Maar hij wilde ook nog lopen in de Ardennen, samen met Wilco. Lopen? We nemen een taxi. Wat? Als we een kaartje hebben, nemen we een taxi vanaf het Leidseplein. Een beetje stijl past wel bij zoiets. Wouter humde, zei dat hij er nog over na zou denken en hing op.

Dick was geen probleem. Natuurlijk wilde hij mee. Hij wierp weliswaar nog even tegen dat er ook een optreden in Rotterdam was aangekondigd, maar dat was toch niet echt. Ahoy', moet je een verrekijker meenemen. En bovendien valt het samen met Nederland - Noorwegen.

Door dat laatste argument ging Wouter overstag. Inmiddels hadden er echte advertenties in de krant gestaan. Bovendien, zo had ik hem in het laatste telefoongesprek voor de voeten geworpen, zullen we je tot in het zevende geslacht achtervolgen met verhalen over het optreden waar jij dus niet bij bent geweest, terwijl je wel de kans hebt gehad. Chantage, mompelde Wouter, en ook nog zoiets als dat het niet eerlijk was. Het is een gek idee om 's ochtends op te staan en vantevoren al te weten dat je de komende nacht niet zult slapen. Het was vrijdag 16 april. De laatste telefonische overleggen - Wouter komt met geld langs bij Dick, Harm komt met geld langs bij mij, Dick koopt de whisky, ik zorg voor koffie en broodjes. Ik telde de uren af en volgde met oprechte belangstelling de weerberichten. Als het zou gaan regenen werd het een ramp. Het KNMI hield vol dat het droog zou blijven.

Stipt op tijd verscheen Dick in café De Huyschkamer in de Utrechtsestraat. We wisten dat Get Records ook een voorverkoopadres was en als we daar zouden gaan zitten, hadden we in ieder geval geen last van het langslopende tuig dat de uitgaansgelegenheden rondom het Leidseplein frequenteert.

Vanuit de Huyschkamer zouden we af en toe gaan kijken of er al iemand bij Get op de stoep zat. Dat was niet het geval, en dat bleef zo.

Dick vond dat we dan bij mij eerst nog wel even koffie konden gaan drinken. Een fijn plan, maar voor de zekerheid zouden we toch even bij De Nieuwe Muziekhandel in de Leidsestraat poolshoogte nemen. En daar zaten ze: zo'n twintig idioten, wachtend op het verlossende moment van het openen van de deur. Het zag er gezellig uit, een cassette-recorder met de muziek van. We gingen er bij zitten en kregen een pilsje in onze handen gedrukt. Het was kwart over twee.

De tijd vloog. Het was zo vijf uur, zes uur, maar toen werd het moeilijk. In klaverjassen hadden we geen zin meer, laat staan in koffie. De whisky was op en het bier bijna. De gesprekken werden trager. Op dat moment stopte een busje. Een langharig, Duits sprekend type stapte uit en deelde foldertjes uit vanwege het feit dat het zoveel jaar geleden was dat de LSD was uitgevonden. Dat kon er nog wel bij. De straatmuzikant die zich in het portiek van de winkel ernaast had genesteld en ondanks bedreigingen met zwaar lichamelijk letsel in zijn spel had volhard, viel stil toen de Oosterbuur, gekleed in een soort broekrok, stoffer en blik uit zijn busje haalde en de tussen de wachtenden de troep begon op te vegen. De wachtenden schrokken op uit hun mijmeringen. Een Duitser! In een rok! En nog een hippie ook! Met stoffer en blik! De laatste biertjes werden geopend en passanten die naar het waarom van ons verblijf op de stoep vroegen, werden met nieuw elan te woord gestaan. Nee, die schoonmaker was niet te huur, zeiden we. Je weet hoe moeilijk het is om in deze barre tijden aan goed personeel te komen. Nou dan.

Rond zeven uur verschenen de eerste vertegenwoordigers die een kaartje bliefden voor een wat grofstoffelijker optreden, waarvan de voorverkoop op hetzelfde moment zou beginnen. Ze bekeken met nauw verholen verbazing het troepje overwegend donker geklede mensen op de stoep. De krijsende altviool-klanken uit de cassette-recorder vielen buiten hun muzikale denkraam, dat was wel duidelijk.

Ze kwamen nu uit alle hoeken en gaten. Toch zagen deze vroege vogels er niet echt gezond uit, vonden de nachtbrakers met hun door drank vertroebelde blik. Nee, wij zijn de echte gekken. Eerst slapen en dan een beetje vroeg op staan, bah, wat een softies. Die zullen wel een kaartje voor Rotterdam willen hebben, jasses.

Zoals beloofd, duikt tegen achten Harm op, met een verse kan koffie. Of het we het een beetje vol gehouden hadden, vraagt hij. Stomme vraag. Wat is er ook alweer troef? Klaver? Fucking hell.

Half negen. De wachtenden staan als één man op. De nichten van de Nieuwe Muziekhandel zijn er! Er wordt gevloekt op de pubers die proberen voor te dringen om een kaartje te bemachtigen voor hun idool. Een paar minuten later overhandig ik Harm zijn kaartje. Hij is er blij mee, en hij verontschuldigt voor het feit dat het open pak sinasappelsap in Dick's tas is omgevallen in het gedrang. Ik sla hem dreunend op de schouders en verzeker hem dat ik het niet erg vind en dat Dick er ook niet mee zal zitten. En dat is ook zo.

Dick's gezicht vertoont een grijns van hier tot Tokyo. Hebbes, zegt hij.

(c) tekst: Hans Werksman

Terug naar de index van teksten


Ongewijzigd sinds 1 oktober 1996
© Marten Hoekstra
Onderdeel van
http://www.xs4all.nl/~marten