6
Een half uur verstrijkt en vervolgens nog één. Ik neem nog maar een biertje. En nog een, en eentje om het af te leren. Ik bel Anna, maar die neemt niet op. Fred wil weten wanneer wij willen spelen en ik roep iets terug over een leadzangeres en Anton en Jacob en ik nemen nog maar een biertje en gaan voor de zoveelste keer naar de WC. Een jongen vraagt of we een combo vormen met die gitaren en zo. Fred vraagt of wij als laatste willen spelen. Nou en of, en we nemen nog een biertje.
Daar is Anna! Ze laat de verwijten geduldig over zich heen gaan en bestelt een biertje. Een goed plan, vinden Jacob, Anton en ik. Helpt tegen de dorst en de zenuwen en we hebben nog net tijd om een keertje naar de WC te gaan.
Iemand telt af en ik praat het intro vol over echt links, drugs en demonstraties. De eerste mensen gaan al iets achteruit, als Jacob de distortion inschakelt. Goed zo! Dat is de bedoeling. Ik zet het eerste couplet in en een zenuwtrekking gaat door mijn rechterbeen. Ik maskeer het door naar voren te springen. De toeschouwers deinzen achteruit. Terug jullie, terug. Een muur van geluid van de bas en de gitaar, het droge tikken van Anna's tamboerijn. Ik kan mezelf niet horen. In een flits zie ik dat de moeder van Anita haar handen voor haar oren slaat. Prima! De zaal vervaagt, ik kan alleen Eisso en Anita nog onderscheiden, op hun stoeltjes vooraan. Mijn microfoon gaat rondzingen en ik pak zonder pardon die van Anna. Het duurt eindeloos, die paar minuten.
En dan is het afgelopen. Ik sta aan de bar en bestel nog maar eens een biertje, omdat we klaar zijn en het goed is gegaan. De volgende ochtend ontdek ik blaren op beide hielen. De nieuwe schoenen liggen onschuldig in een hoek. Ik doe de gordijnen open. Het belooft een mooie dag te worden.
(c) tekst: Hans Werksman