5


dergelijke dingen instinctief aan en begonnen elkaar dan al aan te stoten. Herr Huber werd een tikkeltje bleek om de neus. Ik ben er nooit achter gekomen hoe ik hierop adequaat kon reageren, maar eigenlijk deed dat ook niet ter zake. De uitkomst was onveranderlijk dezelfde. Na wat voorbereidend gestommel op de gang, stormde mijn moeder het klaslokaal in gelijk een engel der wrake en gaf een voorstelling ten beste waar Maria Callas jaloers op zou zijn geweest. Herr Huber was tegen dit natuurgeweld niet opgewassen. In het heetst van de strijd, temidden van bulderende kanonnen en sneuvelende kameraden, zou hij zijn plicht niet hebben verzaakt, maar dit was teveel. Terwijl mijn moeder doorging met schelden en tieren, loodste hij haar voorzichting de gang op. Wlam, daar sloeg de deur dicht. Buiten het klaslokaal ging de donderpreek nog even door, af en toe onderbroken door wat zwakke tegenwerpingen, maar uiteindelijk kwam Herr Huber, zichtbaar ouder geworden, weer de klas in. Op zulke dagen hadden wij altijd iets eerder vrij.

Dergelijke incidenten kwamen mijn populariteit ten goede, maar de verstandhouding met Herr Huber werd er niet beter op. Het was voor beide partijen dan ook een grote opluchting toen mijn ouders, door heimwee overmand, besloten terug te keren naar Nederland. Ik ben nog wel eens op bezoek geweest in Beieren. Een geweldig land. Het landschap is prachtig, men schenkt er royale glazen bier en de mensen zijn vriendelijk en gastvrij.

En zelfs Herr Huber heeft zijn goede kanten. Als ik een bijzonder slecht humeur heb, stel ik me voor hoe hij gezeten in een rolstoel het ravijn indendert en dat montert mij altijd geweldig op. Hij schijnt tegenwoordig trouwens hoofd van de lagere school te zijn.

(c) Marjan Kleinen