3


"Daar komen de eersten", zei Titia, toen een Ford Stationwagen het parkeerterrein opdraaide. De auto spuwde twee jongetjes van een jaar of negen, zo te zien een tweeling, en een grote hond uit. "O, mam, kijk eens een midgetgolf! Mogen we straks even ... Ja toch, hè.;" Enigszins verkreukeld stapten de ouders uit. "Pap", jengelden de jongetjes in koor. "Straks misschien", zei de man op doffe toon. "Eerst uitpakken, koffie, zitten. Koest, Doeschka, rothond." Guus en Titia knipoogden naar elkaar. Tweeëntwintig boekingen voor de paasvakantie dankzij één advertentie, allemaal echtparen met kleine kinderen. De vaste klanten hadden een kort briefje gekregen dat het hotel helaas wegens een verbouwing een tijdje dicht zou gaan. "En dat is nog waar ook, alleen staat er niet bij wanneer we weer open gaan", had Titia gezegd toen ze enveloppen aan de nieuwe bar dicht zaten te plakken en Guus had geknikt en twee pilsjes getapt.

"Welkom, welkom", straalde Titia. "Heeft u een prettige reis gehad?" Geduldig hoorde ze het relaas aan over files, de hond die bijna had overgegeven omdat die met warm weer altijd wagenziek werd en dat ze niets liever wilden dan koffie, een douche, of nee, toch maar liever eerst koffie. "Dit is Carla, onze serveerster", zei Guus. "Als u iets wilt eten of drinken, moet u bij haar zijn. De eerste consumptie is van het huis." In de loop van de dag liep het hotel vol. Over de midgetgolfbaan renden de kinderen heen en weer, de ouders sjokten er achter aan en bespraken met hun lotgenoten de geneugten van het ouderschap. "Wij gaan er vanavond vroeg in, jullie ook? Ik ben kapòt." Om kwart over elf besteeg het laatste ouderpaar moeizaam de trap en Carla drukte op de knop achter de bar. In de woonkamer van Guus en Titia ging een zoemer over. "Dat waren de laatsten", zei Guus. "Nou, waar wachten we dan nog op", zei Titia. "Aken of Maastricht? Ik ben voor Aken."

Ze werden wakker van het geschreeuw van de kinderen op de midgetgolfbaan, maar toen Guus het raam dicht deed, sloot de nieuwe dubbele beglazing het geraas van de kinderpret effectief buiten. "Hoe laat is het?" vroeg Titia slaperig.

"Acht uur", zei Guus. "Laten we maar gaan ontbijten." De eetzaal zat vol en de ouderparen zaten vreedzaam hun gekookte eitjes te verorberen. Een huilende baby werd geroutineerd het zwijgen opgelegd met een dessertlepel jam. Verbaasd staarde de koter naar de lepel die net nog vol was en vervolgens brak er een gelukzalige glimlach door. "Dat was een goed idee; potten jam in plaats van die lullige kleine kuipjes", prees Guus."Ach, dat deed mijn moeder vroeger altijd als ik te lang huilde", zei Titia.