5


terechtkomen. Na vier pilsjes had ik het zeker geweten. Niet naar Gent en als ik nog wat meer dronk zou ik vast wel een plausibele verklaring bedacht hebben. Een paar pilsjes verder vond ik dat ik zo'n buitenkansje niet moest laten lopen. Een hotel met een heleboel sterren en alles. En zo was het de hele avond gegaan.

Bekijk het maar, ik doe het niet, ze is verliefd op me en dat geeft alleen maar ellende; getrouwd, straks wil ze scheiden en dan ben ik verkocht, nee gekocht. Hotel, wijn, gratis, hormonen. Ik kan het niet maken om me er onder uit te lullen; dat is laf en niet zo'n beetje ook.

"Waar zitten we ergens?" vroeg ik. "Geen idee." Haar ogen, het was onmiskenbaar. Als de tl-balk in de coupé het zou begeven, zou ik bij het licht van haar ogen nog kunnen lezen; glanzend, blauw, een beetje vochtig. Het was een absurde gedachte en even leken de letters van het artikel dat ik nietsziend probeerde te lezen op het vertrouwde alfabet.

Letters, lezen. Op haar hurken had ze de ruggen van de platenhoezen bekeken toen ze een keer bij mij langs kwam.

Klein hier, vond ze, en wie is die man boven je bed? Wat heb jij een rare muzieksmaak. Die Nick Cave lijkt me een nare vent, een uitsmijter van een louche nachtclub. De man aan de muur had zich niets aangetrokken van de taferelen in het bed onder hem. Van The Doors had Anneke nog nooit gehoord. Jazz, ja dat ze vond ze mooi. Of klassiek, maar dan niet te zwaar.

"Waar denk je aan?" Sukkel, je zat voor je uit te staren. Het weekblad op mijn schoot; daar kon ik me niet meer achter verschuilen. Een verwachtingsvolle blik. Tijd voor een Goed Gesprek. "Nergens aan," zei ik. "Waar denk jij aan?" Probeer het initiatief over te nemen. Een onderwerp, een onderwerp, waar moeten we het in godsnaam over hebben.

"Nergens aan, ik zat naar je te kijken." "En, beviel het?" "Ja, vind je het erg als ik er mee doorga?" Een uitweg! Pak een ander blad. Doe het nù. "Neuh, ik wil nog een paar dingetjes lezen." Met Sinterklaas hadden we elkaar hetzelfde boek gegeven: Your lover just called van John Updike. Stom toeval en gelukkig waren we ook allebei zo slim geweest om eventuele opdrachten voorin achterwege te laten. Stel je voor dat manlief het nieuwsgierig uit de kast zou trekken en dan zou lezen: Voor Anneke, voor de koude dranken en de warme nachten. En dan mijn naam.