3
De dierenwinkel was gelukkig vlakbij; het goot nog steeds.
Marie bestelde gedecideerd een enorme hoeveelheid spullen; kattebak, grit, etensbakjes, puppiebrokken, catmilk, speeltjes, en, na een duistere blik op mij geworpen te hebben, het boek "Katten en hun verzorging". En die hoeveelheid was nog niet zo erg, maar wat dat allemaal wel niet kostte! Ik kreeg bijna spijt van mijn ondoordachte wens een huisdier te willen hebben. Maar goed, ik sleepte alles naar huis, zwaaide Marie uit en installeerde de hele boel in de keuken. Het katje was inmiddels al wat driester geworden, en zat nu, midden in de kamer, zo klein als 'ie was, zichzelf te wassen. Een piepklein roze tongetje likte aan een pootje waar een veel te grote klauw aan leek te zitten, en dat pootje smeerde vervolgens het spuug uit over een bolrond koppetje met wijduitstaande oren.Mijn hart smolt; wat een beestje! Nu kwamen die dure speeltjes toch goed van pas; ik zwaaide met een nep-muis voor zijn koppie heen en weer en zowaar, Tijger bleek over een jachtinstinct te beschikken! Al snel hompelde het katje achter de door mij gegooide muis aan, pakte 'm, viel om, lag op zijn ruggetje met alle vier de pootjes in de lucht en de muis tussen zijn tandjes, en was daarover zo te horen best wel tevreden. Hij kon zelfs spinnen!
Wij speelden samen zeer genoeglijk. Ik kroop op handen en knieën door de kamer, achter rollend speelgoed aan en zonder aan mijn mooie kleren te denken, wat mij trouwens net als vroeger nog verontrustend gemakkelijk afging, en ik beeldde mij in dat Tijger in mij niet alleen een vervangende speelkameraad, maar ook een moeder gevonden had. Dat kwam zo; toen hij moegespeeld was zette ik hem op mijn schoot en aaide hem. Hij zocht, oogjes dicht, naar een lekker plekje in mijn nieuwe overhemd en begon erop te sabbelen, daarbij duwende bewegingen met zijn voorpootjes makend. Zo viel hij in slaap. Ik durfde mij amper te bewegen, uit angst dat die kleine wakker zou worden. Het duurde wel lang, dat slapen, vooral omdat ik niks te doen had; ik kon niet bij de krant.
Mijn oog viel op iets glimmends dat half onder de stoel lag. Ik schoof en draaide heel voorzichtig tot ik erbij kon. Het was een langwerpig plat stukje metaal, met kleine korreltjes op het oppervlak, en aan een kant een soort handvat; het leek wel wat op een briefopener. Ik bekeek het ding aan alle kanten, totdat ik het ding herkende; het was zo'n ding dat vrouwen gebruiken om hun nagels te laten glimmen! Dat had ik vaak genoeg gezien op