3


Dat had hij misschien niet moeten doen, bepeinsde hij nu.
Beter was het geweest onopvallend te blijven in de schaduw van de schrijver, in plaats van de schrijver schaduw te bieden en zelf terrein te veroveren. Nu waren ze hem in de gaten gaan houden en hadden gewacht tot hij te ver zou gaan.
Nu was het zover. Zwaaiend en krakend sloeg hij tegen de grond, en terwijl de laatste adem hem verliet zag hij door zijn rafelige wortels heen zijn vriend in pyjama naar buiten komen rennen, gillend en met zijn armen zwaaiend.
Het was te laat.

(c) tekst: Karin Houkes

T