1


ERWTENSOEP


In het donker werd een stippellijn getrokken door een potlood van licht. De tekenaar moest een vaste hand hebben; steeds dezelfde krachtige lijn op dezelfde plaats zetten leek haar vreselijk moeilijk. Ze kon, met haar hoofd opzij gedraaid, steeds als de streep licht voorbij kwam, het heuveltje zien dat vlakbij haar iedere keer weer uit het niets tevoorschijn leek te komen, als een film die heel langzaam, beeldje voor beeldje, voor haar werd gedraaid.
Het kader bleef hetzelfde, maar daarbinnen bewoog vanalles; halmen bogen in de wind, wat het idee van een film alleen nog maar versterkte, want waar zij lag, was geen wind te voelen. Het duinpannetje beschermde niet alleen tegen ongewenste blikken.

De film werd meer stroboscopisch van aard; een konijn bewoog zich onnatuurlijk schokkerig voort over het heuveltje. Het zouden Vijfje of Hazelaar wel niet zijn.
Mooi boek was dat. Jammer dat ze nu niet kon lezen; het zou tenminste de tijd doden, om mee te beginnen. Ze moest maar gewoon wachten, net als altijd. Op een bepaald moment, ergens in de toekomst, zou het voorbij zijn, gebeurd. Het was gewoon een kwestie van geduldig wachten, op de momenten die de moeite waard waren, de momenten die haar het wachten erop vergemakkelijkten. Dat waren voor haar gevoel de momenten waarin ze echt kon leven, waarin ze met rust werd gelaten. Stel je voor, als je alleen die momenten waarin ze 'echt geleefd' had zou tellen, zou ze nog een heel klein meisje zijn! Het scheen dus helaas zo te zijn dat de tijd ook zonder haar doortikte. Gemeen. Ze keek omhoog naar de sterren, en het gevoel een zeer nietig stipje te zijn in het heelal maakte zich van haar meester.
Wat maakte het eigenlijk uit allemaal? Ze draaide haar hoofd maar weer opzij. Het konijn was verdwenen, maar de halmen stonden er tenminste nog, dat was een geruststellende gedachte. Ze bogen voor de wind, maar knakten niet.

Het scheen zover te zijn; hij rolde van haar af en lag korte tijd naast haar in het zand uit te hijgen. Na een poosje stond hij op en maakte zijn kleren in orde, en zei haar op te schieten,