2


ze zou te laat komen voor het eten. Ze kon haar broekje nergens meer vinden in het donker; het zou wel onder het zand zijn begraven. Bah, ze voelde het sperma langs haar benen naar beneden lopen. Met de wind erop voelde het extra koud aan. Ze veegde zich met haar rok een beetje schoon en liep toen op een holletje achter hem aan.
Hij beende alweer met grote passen richting dorp, en ze kon het lichtje van de keuken van haar huis al zien. Ze zouden inderdaad al wel aan het eten zijn, kreeg ze daar ook weer voor op haar kop.

Hij was naar binnen gegaan en had geroepen: 'kijk eens wat ik heb gevonden? Dat lag zomaar in de duinen!' Ze hadden gelachen en haar vader had haar geslagen en naar boven gestuurd zonder eten, 'omdat ze zo'n slettebak was'. Haar broer was glimlachend aan tafel gaan zitten; hij werd vriendschappelijk op de schouder geslagen. Het was niet eerlijk. Ze had zichzelf in slaap gehuild, en sliep een droomloze slaap.

Totdat later die nacht haar vader binnenkwam en aan haar bed kwam zitten. Hij nam haar hand in de zijne en veegde het haar uit haar gezicht. Hij zei dat het hem speet en dat ze zo'n lief meisje was. Zij vroeg zich af of hij dan nooit hoefde te slapen. Hij aaide haar benen en schoof haar nachtpon omhoog. Het wachten nam weer een aanvang. Ze had geen idee hoelang het duurde; hij had haar hoofd klemvast onder zijn armen, en ze kon niet op de wekker kijken.
Morgen zou ze weer in slaap vallen tijdens de les, en ze zou er uitgestuurd worden, naar de koude gang, waar ze met haar neus naar de muur gekeerd zou moeten staan. Ze was het gewend, maar ze waren nu juist met zo'n leuk boek in de klas bezig, dat zou ze missen! Ze probeerde een beetje te gaan verliggen en kreeg een stomp in haar gezicht.
Haar gesmoord huilen wond hem blijkbaar op, want hij versnelde en zakte toen met al zijn gewicht op haar tengere lijf neer. Ze dacht dat ze zou stikken, maar hij rolde naast haar en keek haar samenzweerderig aan. 'Vertel eens aan papa, wanneer kunnen we weer eens een lekkere stevige pan erwtensoep maken? Wees eens een braaf meisje en vertel dat eens aan papa?' Ze verstijfde; daar had ze al een hele tijd niet meer aan weten te denken. Ze kreeg weer een stomp: 'Je wil het niet zeggen he, sloerie? Wacht maar meisje, we komen er wel achter! Je kunt het toch niet verborgen houden! We zien het vanzelf wel! Haha!' Ze trok de deken over haar hoofd terwijl hij grinnikend haar kamer verliet. Ze lustte geen erwtensoep.

(c) tekst: Karin Houkes