3
Langzaam liet hij zijn handen langs de kleren glijden en even was het alsof zijn vader ze nog aan had, zo sterk werd hem de herinnering.
Zijn moeder was nooit zo fysiek bij hem betrokken geweest, zijn vader was daarvan het tegendeel: als hij troost of een geruststelling nodig had kon hij zich ten alle tijde tot zijn vader wenden, maar ook voor een gewone knuffel kon je bij hem langskomen. Hij herinnerde zich nog hoe hij vaak met zijn blote voetjes bij zijn vader op schoot mocht staan. Hun beider gezichten waren dan op gelijke hoogte en dan speelde hij met zijn handen door het haar van zijn vader, of hij pulkte in diens neus. Maar het leukste vond hij als hij met zijn vingertjes tussen de lippen van zijn vader door aan diens tanden voelde. Zijn vader had een onregelmatig gebit en hij kon uren lang met zijn vingers alle oneffenheden langs gaan, waarbij hij altijd het risico liep dat zijn vader plagerig, maar zeker niet zachtjes, zijn tanden in zijn handjes zette.
Het meest prominent was vaders hoektand, die was schuin afgebroken en had een kartelrandje dat gemeen scherp in je vingers kon snijden als je er haastig langs streek.
Zijn moeder herinnerde hij veeleer om haar strengheid. Als hij tijdens het eten tegen haar zin over tafel reikte kon hij een klap met de achterkant van haar mes op zijn vingers krijgen.
Ook ontving hij geregeld een pets op zijn billen of een draai om zijn oren als zijn gedrag niet voldeed aan haar strenge wensen. Toch hield hij op een bepaalde manier van haar. Ze was dan wel streng, maar zonder dat was hij nooit geworden wat hij nu was. Al te veel kritiek op zijn moeder, vooral van zijn ex- vrouw, kon hij dan ook niet verdragen. Het was nog altijd zìjn moeder en, zoals gezegd, hij hield van haar. Ook de afkeer van zijn kinderen voor zijn moeder vond hij overdreven, dat ze wel eens te hard in je wang kneep was gewoon haar manier om genegenheid te tonen. Het zou zijn kinderen goed doen om zo eens een weekend met haar alleen te zijn.Het tweede huisje van zijn moeder lag afgelegen in de bossen in het groothertogdom. Als kind had hij er zelf regelmatig angstige momenten beleefd, de sfeer in de verlaten bossen was altijd luguber. Gedachten aan geesten, trollen, reuzen of vermoorde mensen nemen snel bezit van je wanneer je nog een kind bent, hij had het vroeger vaak genoeg gemerkt. Maar als op zulke momenten een volwassene aanwezig was dan gaf diens zelfvertrouwen je een gevoel van geborgenheid en dat is iets dat je, zeker als kind, niet licht vergeet.