1


VERLOREN


Het leek wel een doolhof. Opnieuw moest ik foutgelopen zijn. Ik begreep er niets van. Keer op keer had ik op de kaart van de stad gekeken en het moest toch hier zijn... In plaats van de zijstraat die ik verwacht had was ik plotseling op een klein pleintje uitgekomen. Allerhande mensen liepen er rond. Ik keek om me heen en schoot een van de voorbijgangers aan. "Dag meneer. Kunt U mij misschien vertellen waar de Avondschemerstraat is?" De man die ik had aangehouden keek me verbaasd, zonder iets te zeggen, aan. "Ik zoek de Avondschemerstraat. Of beter nog het onderzoekslaboratorium." "Oh, het Instituut. U bent zeker gestuurd door de Firma. Dat is heel makkelijk te vinden. U gaat daar aan de overkant dat poortje in en dan is het Instituut direct aan uw linkerhand." Groetend vervolgde de man zijn weg.

Het gebouw dat de man met de grootse aanduiding 'Instituut' had aangewezen bleek meer een oud, vervallen gebouw. Bij de deur prijkten diverse bellen met verschillende naambordjes. Na enig zoeken vond ik wat ik zocht: 'Dr. Bienvenu. psycholoog - vierde etage'. Ik drukte op de bel. Heel in de verte klonk een geluid. Het leek meer een gong dan een bel. Na enige tijd ging de deur open. Het leek niet alleen een oud huis. Het was een oud huis.

Achter de deur was het donker. Een vaag licht ergens achterin duidde de plaats van een trap aan. Ik zag verder niets, maar ik zou hebben durven zweren dat ik een rat hoorde wegschieten. Achterin aangekomen bleek de trap wel enigzins verlicht. Naast de trap hing een spiegel. Automatisch keek ik even of mijn haar en mijn kleren nog goed zaten. Ik moest tenslotte een goede indruk maken. Vol goede moed ging ik naar boven. Ook het huis leek een doolhof. De trap kronkelde en er waren diverse overlopen, zodat soms niet duidelijk was of ik op een etage was aangekomen of nog tussen twee etages in was. Op wat ik dacht dat de vierde etage was ging ik de gang in. Ik had goed gegokt. Ik zag direct het