5


een paar fikse happen genomen, het gedeelte vanaf de tepel tot aan de oksel ontbreekt volledig. Hij ziet hoe zij tussen de benen wel bebloed maar niet aangevreten is. In trance staat de vader op, hij grijpt een deken en spreidt die over zijn dochter uit. Hij loopt naar de haard en pakt een groot stuk hout waarvan het uiteinde brandt en haast zich naar buiten. Bij Viers'wal gekomen begint hij her en der takken en struiken aan te steken, over de gehele nabije lengte van de wal. Hoog, laag, takken, bladeren en dood hout.

Maar Viers'wal is vochtig. De dikke lagen bladeren houden het regenvocht vast. En dan is er altijd de mist en de vochtige grond. Als het weer al eens droog wil zijn, dan nog geven grond en bladeren zoveel vocht af dat de houtwal nooit droog wordt. Alle plekken die de vader aansteekt willen niet branden. Nog steeds als in trance haast hij zich terug naar de hut, pakt de ton met brandstof en wankelt over de hobbelige grond terug naar de wal. Hij schenkt wat van de brandstof over een nog smeulende tak en ziet tot zijn plezier hoe het vuur zich uitbreidt. Kraaiend van de pret holt hij, de ton leeg gietend, langs de wal. Lachend kijkt hij om en met zijn ogen volgt hij het vuur, langs de wal en langs het brandspoor terug naar het hutje in lichterlaaie, waar niemand meer uit te voorschijn wil komen. En Viers'wal bleef vochtig. Langzaam doofden de vlammen, de wal bleef onneembaar staan en zag er slechts licht geblakerd uit.

Het land was altijd vochtig. Overal hing de vochtige geur van grond, de zoete lucht van dode blaren en zo nu en dan een rottend dier. En zelfs een windvlaag hielp daar niet aan. Daarmee werden slechts nieuwe flarden mist, klam en vochtig, aangedragen die tot rust kwamen in de dichte houtwallen en ervoor zorgden dat deze zwanger van het vocht bleven. Heel soms als zo'n zeldzame wind uit een bepaalde richting kwam trok er een beweging door het dichte en afwisselende bladerdek van de houtwallen. Dan leek het net alsof een schim zich onder dekking van de mist voortbewoog. Zoals de schaarse bewoners vertelden, bijna elk onderdeel van het landschap heeft zijn eigen verhaal. In deze streek bezat men een levendige fantasie, daadwerkelijk het enige dat er te beleven viel.

(c) tekst: Marten Hoekstra